11 oktober 2005

Verloren componist

Als ik mijn deel geleefd heb aan de Grote Wet,
die mij al drijft vanaf mijn vroegste dagen,
zal een groot verdriet mij zeker doen vragen:
had ik dit alles niet liever in muziek gezet?

Ik had dit alles liever in muziek gezet!
Alles wat mijn vingers streelden
en alles wat mijn handen mochten dragen,
al de lieflijkheden van die ogen-beelden,
al het schone tussen die bloemen-kragen,
al die innigheid van tinten-weelden
in het ruisen van de zomervlagen,
al de vermommingen der Grote Wet,
ik had dit alles liever in muziek gezet!

Lees straks mijn verzen maar en kijk
naar de enkele schilderijen, die ik schiep;
is dat niet alles of ik over harpen liep,
toen ik mijn weg zocht naar het Eeuwige Rijk?


Pierre Kemp (14 november 1948)
(Verzameld werk / Pierre Kemp. - Amsterdam : Van Oorschot, 1976. - ISBN 9028203494)


Op tal van plaatsen in Pierre Kemps poëzie ontmoeten muziek, dicht- en schilderkunst elkaar. Geen wonder. Kemp begon als schilder, werd dichter maar voelde zich ook een (verloren) componist.
In maart 1915 vertrok Kemp naar Amsterdam om journalist te worden bij De Tijd. Zijn ongelukkige, korte oponthoud in Amsterdam werd een belangrijke bron voor zijn latere liefdes in dichtkunst en muziek. In zijn 'biografisch essay'* over Kemp schrijft Harry Prick:

"Nu, in 1915, kwam hij in pension bij de Broeders van Barmhartigheid van Sint Joannes de Deo, op de Keizersgracht. Daar resideerde ook Pater Emile Fleerackers, die aan Kemp een solide kennis van de Franse grammatica bijbracht, waardoor hem de toegang ontsloten werd tot zijn latere favoriete dichters: Francis Jammes, Verlaine en Mallarmé. Daarnaast introduceerde Kemps nieuwgewonnen collega Matthijs Vermeulen hem in het Amsterdamse concertleven, zodat Kemp voorgoed zijn hart verloor aan de muziek van de Franse impressionistische componisten: Fauré, Ravel, Debussy, Duparc en Roussel, waarvan vooral Debussy en Ravel uitermate inspiratief zouden blijken op het punt van motieven en thema's in Kemps latere poëzie. (..) In december 1915 kwam er aan de Amsterdamse periode een voortijdig einde. Overmand door heimwee naar Maastricht, zei Kemp Amsterdam en de journalistiek voorgoed vaarwel, al zou hij incidenteel nog wel eens aan De Tijd bijdragen."

Clair de lune
Debussy - Verlaine - Watteau

>> Luister online: Clair de lune (Debussy)
(streaming audio - 5.16 min)**

Clair de Lune

Votre âme est un paysage choisi
Que vont charmant masques et bergamasques
Jouant du luth et dansant et quasi
Tristes sous leurs déguisements fantasques.

Tout en chantant sur le mode mineur
L'amour vainqueur et la vie opportune
Ils n'ont pas l'air de croire à leur bonheur
Et leur chanson se mêle au clair de lune,

Au calme clair de lune triste et beau,
Qui fait rêver les oiseaux dans les arbres
Et sangloter d'extase les jets d'eau,
Les grands jets d'eau sveltes parmi les marbres.

Paul Verlaine (Fêtes galantes)

Antoine Watteau - Fêtes Galantes

"Uw ziel is een uitverkoren landschap met charmante masques en bergamasques - luit spelend, dansend en bijna treurig onder hun grillige vermommingen."
(Paul Verlaine)

'Clair de lune' is misschien het bekendste werk dat Debussy ooit heeft geschreven. In dit werk ontmoeten muziek, dichtkunst en schilderkunst elkaar.
'Clair de lune' is het derde deel van Debussy’s 'Suite Bergamasque' en het eerste gedicht uit Paul Verlaine’s bundel: 'Fêtes Galantes'. De titel 'Suite Bergamasque' ontleent Debussy aan een regel uit 'Fêtes Galantes'. En met 'Fêtes Galantes' verwijst Verlaine op zijn beurt weer naar schilderijen van de 18de eeuwse Franse Rococo-schilder Antoine Watteau. Pastorale onderwerpen, landelijke scènes met musicerende personages werden door Verlaine in de tweede helft van de negentiende eeuw melancholiek, licht en gracieus in verzen verwoord. Het lijkt alsof hij de wereld van Antoine Watteau wil laten herleven.

Ook Pierre Kemp had een zwak voor Watteau blijkens een citaat uit het essay 'Mijn lievelingsboek?' uit 1955:

"Voor mij staat Watteau in een grensgebied tussen muziek en schilderkunst. Voor mij heeft hij geschilderd met zachtroodlila, blauw van 'L'Indifférent' en boomgroene muziek en ik voel mij door een parklandschap begeven, wanneer ik Charles Kunstler's boek 'Watteau l'Enchanteur' lees en herlees. Ook zonder dat ik er de inspiratie vond tot mijn 'Forensen voor Cythère' in het air uit 'Trois Cousines' van Dancourt, (…) is het een van mijn liefste boeken en bijna 'het lievelingsboek'. Ik kan nu eenmaal zo moeilijk beslissingen nemen. Niet alleen Watteau' s 'L'Embarquement pour Cythère' doet mij de lectuur van zijn leven zo genegen zijn, menige geste in zijn 'Fêtes Galantes' is mij zo dierbaar en vertrouwd, dat ik deze levensbeschrijving telkens en telkens in handen neem en mij aan het einde van zijn leven de tranen in de ogen komen, als bij Chopin's Mazurka, op. 17 nr. 4 of bij de Sarabande uit 'Pour le Piano' van Debussy of bij de 3de 'Gymnopé­die' van Satie." (V.W., p.1055/56)

>> Luister online: Sarabande (Debussy)
(mp3 - 5.3 Mb - 5.40 min)***

Antoine Watteau - Le Pèlerinage à Cythère

Antoine Watteau - L'Embarquement pour Cythère

Webtip:

Geluidsbronnen:

TKM Blog: Serie Kemp en Debussy