18 januari 2011

Vespers voor Salzburg

TKM Passieconcert 2011
Zondag 10 april 2011 - St. Janskerk Maastricht - 15u30

Toonkunstkoor Maastricht
Instrumentaal ensemble
Jan Hupperts
, dirigent
Fenna Ograjensek, sopraan ~ Edith van Rijswijk, alt
Ben Heijnen, tenor ~ Gaël Mercier, bas

Mozart: Vesperae solennes de confessore (K.339)
Gounod: Requiem


Op zondagmiddag 10 april vindt het Passieconcert 2011 van Toonkunstkoor Maastricht plaats in de St. Janskerk te Maastricht. Naast het Requiem van Gounod – in reprise na het grote succes van vorig jaar – staat een beroemde compositie van Mozart op het programma: de Vesperae solennes de confessore.

Voor de Vesperdiensten in de Dom
van Salzburg componeerde Mozart twee zettingen op de Vesperteksten. De Vesperae solennes de Dominca, K.321 in 1779 en de Vesperae solennes de confessore, K.339 in 1780. Deze werken ontstonden in een voor Mozart bewogen tijd, kort na het overlijden van zijn moeder.

In beide werken volgt Mozart nauwgezet de katholieke liturgie van de vesperdiensten: vijf oudtestamentische psalmteksten gevolgd door het nieuwtestamentische Magnificat (Lofzang van Maria). Het was toentertijd liturgisch gebruik om de vijf psalmteksten en het Magnificat te ‘omlijsten’ met eenstemmige gregoriaanse antifonen.

De toevoeging de confessore is niet van Mozart zelf maar wekt de suggestie dat de compositie ter ere van een heilige werd gecomponeerd. Solennes geeft slechts aan dat het een werk betreft met orkestrale begeleiding.

De muziek bij de eerste drie psalmen Dixit Dominus ( Psalm 110), Confitebur tibi (Psalm 111) en Beatus vir (Psalm 112) behoort tot de meest krachtige kerkmuziek die Mozart in Salzburg schreef. De zetting van het Laudate pueri (Psalm 113) is een oefening in ouderwets contrapunt, geheel in contrast met het volgende deel Laudate dominum (Psalm 116) dat rust uitstraalt en van een stralende schoonheid is. Het zou niet voor niets één van Mozarts populairste werken worden.
In het eerste Laudate dominum uit 1779 zwijgt het koor en is alleen de sopraan aan het woord. Bij de zetting uit 1780 geeft Mozart de solo eveneens aan de sopraan maar laat hij het koor bijna onmerkbaar de compositie 'binnensluipen'. Een prachtig effect!
Het afsluitende Magnificat is in sonatevorm geschreven. Het hoofdthema zou Mozart - opmerkelijk genoeg - elf jaar later in zijn allerlaatste compositie, de ouverture voor de opera La Clemenza di Tito, opnieuw gebruiken en letterlijk citeren.

In deze Vesperzettingen toont Mozart, meer dan bij de in Salzburg gecomponeerde missen, zijn persoonlijke ideeën over sacrale muziek. Albert Einstein zei dan ook: ‘Wie deze werken niet kent, kent Mozart niet’ .