15 februari 2010

Passieconcert II: Requiem - Gounod

TKM PASSIECONCERT - ZONDAG 28 MAART 2010
ST. JANSKERK MAASTRICHT - 15u30

Toonkunstkoor Maastricht
Jan Hupperts, dirigent

Fenna Ograjensek, sopraan Ioana Tautu, alt
Jean-Michel van Oosten, tenor Marcello Mejia Mejia, bariton

Siana Dragneva, I.viool Györgyi Bácsy, II.viool
Jordan Schwartz, altviool Gabor Bartos, cello
Oleksandr Boroday, contrabas Josephine van Son, harp
Paul Huijts, orgel


In bovenstaande promo hoort U het begin van het 'Dies Irae' en het slot van het 'Recordare' uit het Requiem van Gounod. Geen stormachtig, heftig begin bij het ‘Dies Irae’ zoals bij tijdgenoten van Gounod – denk aan Verdi – maar juist een mysterieus en ritmisch beginmotief. De meest angstaanjagende teksten over gruwel, dood en oordeel worden muzikaal voorzien van de mooiste passages uit het werk. Het ‘Recordare’, eerst gezongen door de sopraan dan overgenomen door het koor heeft een zeer sereen karakter: alsof de hemel open gaat.

Gounods religieuze muziek

Gounod is tegenwoordig vooral bekend dankzij opera’s als: Romeo et Juliette en Faust. Volgens collega componist Camille Saint-Saëns school Gounods ware kracht en oorspronkelijkheid echter in diens religieuze muziek.

Net als Liszt was Gounod een toegewijd katholiek. Hij had ook met Liszt gemeen dat hij voortdurend heen en weer geslingerd werd tussen het geestelijke en het ‘vleselijke’, het sacrale en het profane. Gounod voelde zijn leven lang de behoefte religieuze muziek te schrijven. In een brief aan Charles Bordes verklaart hij: “Palestrina en Bach zijn als kerkvaders voor ons, het is belangrijk dat wij hun zonen blijven”.

Achtergrond van het Requiem
Aangeslagen door de dood van zijn kleinzoon Maurice, nam Gounod op late leeftijd nog één keer de pen ter hand. De eerste maten van het Requiem schreef hij op 21 maart 1891, hij voltooide het werk in 1893.

Hoewel hij zich erg vermoeid voelde ging Gounod op de ochtend van de 15e oktober 1893 samen met zijn toegewijde leerling en trouwe compagnon Henri Büsser ter kerke. Na het middageten nam hij plaats achter zijn vleugel om een pianobewerking van het prachtige ‘Benedictus’ te voltooien. Zijn vrouw vond hem in zijn studeerkamer met zijn hoofd rustend op de tafel naast de geopende partituur van het Requiem. Gounod was getroffen door een hersenbloeding en kwam niet meer bij bewustzijn; hij stierf drie dagen later op 18 oktober 1893 met een crucifix in zijn handen.

Enkele maanden later, in de Goede Week van 1894, vond de première van het Requiem plaats. Een tweede uitvoering, in oktober 1894, was bedoeld als officieel postuum eerbetoon in aanwezigheid van Gounod’s familie en vele beroemdheden onder wie Ambroise Thomas en Giuseppe Verdi.

Om uitvoeringen van het requiem te bevorderen maakte Henri Büsser drie verschillende versies. De laatste versie voor strijkkwintet, harp en orgel geeft waarschijnlijk het beste de intenties van de componist weer. Voor Gounod moest sacrale muziek vooral oprecht, eerlijk en contemplatief zijn.

(Tekst gebaseerd op een Franstalige toelichting van André Charlet)