(Simon Rattle)

Wat volgt wordt één van de indrukwekkendste muzikale ervaringen uit mijn leven. Het gigantische orkest met zeer uitgebreid slagwerk, de twee koren en zeven solisten laten een volstrekt nieuwe klankwereld klinken. In het programmaboekje, met een toelichting van de componist, staat een mysterieuze zin: “Gedurende het hele stuk dient men de toenemende genade te onderkennen die Franciscus deelachtig wordt”.
Achtereenvolgens is het publiek getuige van acht taferelen: 'het Kruis', 'de Lauden', 'de kus aan de leproos', 'de Engel als reiziger', 'de Engel als musicus', 'de preek tot de vogels', 'de Stigmata' en als laatste tafereel 'de dood en het nieuwe Leven’. Dit slottafereel beschrijft de componist als volgt:
"Sint Franciscus, stervend, ligt uitgestrekt op de grond. Alle Broeders omringen hem. Hij neemt afscheid van alles wat hij beminde, en zingt de laatste strofe van zijn Canticum van de Schepselen, de strofe over "onze zuster de lichamelijke dood". De Broeders zingen Psalm 141. De Engel en de leproos verschijnen aan Sint Franciscus om hem op te beuren. Sint Franciscus spreekt zijn laatste woorden: "Heer! Muziek en poëzie hebben mij tot U gebracht door gebrek aan Waarheid; verblind mij voor altijd met uw overmaat aan Waarheid". Hij sterft."
Franciscus sterft en de koren en het voltallige orkest laten als slotakkoord een machtig C-groot horen. De korte stilte die volgt, ontlaadt zich in een enorm applaus zoals ik nadien nooit meer bij een concert heb meegemaakt.
Op zaterdagmiddag 24 maart 2007 zit ik in de Sint Servaasbasiliek en luister naar het orgelwerk ‘Apparition de l’église éternelle’ van de 23(!)-jarige Messiaen. “Donker dissonante harmonieën monden telkens uit in lege kwinten, hard als steen, totdat na een gestaag crescendo de “Église éternelle” opeens straalt in het verblindende licht van C groot” (*). En ik heb kippenvel. Door het machtige - fysiek voelbare - geluid van het orgel van de Sint Servaas, magistraal bespeeld door Marcel Verheggen, maar ook door de herinnering aan het C-groot van die zondagavond in Utrecht, 21 jaar geleden.
Dit orgelconcert maakt deel uit van een Messiaen-dag in Maastricht met lezingen en 4 concerten. Ik beluister ook nog het ‘Quatuor pour la fin du temps’, in 1941 door Messiaen geschreven tijdens zijn gevangenschap in een Duits concentratiekamp en geïnspireerd op de Openbaring van Johannes en ’s-avonds Messiaens zwanenzang “Éclairs sur l’Au-delà” (Schijnsels op het hiernamaals). Voor dit werk hebben het Limburgs Symphonie Orkest en het Orchestre Philharmonique de Liège zich verenigd o.l.v. Ed Spanjaard.
"Aan het slot van "Éclairs" wordt eens te meer duidelijk, hoezeer Messiaens voorstellingen van het Hiernamaals, geobsedeerd als hij was door tijd en ritme, door de factor Tijd bepaald werden. De Goddelijke Eeuwigheid betekende voor hem - en daarop anticipeerde hij in zijn muziek - het opheffen van verleden, heden en toekomst: van de onophoudelijk voortschrijdende wereldlijke Tijd."(*)
(*) Uit het programmaboekje van de Messiaen-dag, tekst: Hella Melkert
"In 'Le Christ, lumière du Paradis' is de weg, het leven, volbracht. De strijkers brengen met hun onaards stralende klank de aankomst in het door Christus beschenen Paradijs tot uitdrukking."
Het slot van 'Éclairs' gespeeld door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Simon Rattle.